Wandfontein met deksel en bekken, paars beschilderd met herderscènes. De wandfontein is balustervormig en heeft een vlakke achterwand. De centrale schildering wordt langs beide zijkanten begrensd door in reliëf uitgevoerde C-voluten en aan de onderzijde door een in reliëf uitgevoerd dierenmasker. In de bek steekt de tapkraan. Aan de bovenzijde wordt de voorstelling begrensd door een geschilderd schubbenmotief, afgezet met gouden C- en S-voluten. De herderscene is geschilderd naar een prent van Johann Esaias Nilson Le Songe pastorale (Menalcas en Galathea).
Het deksel is gewelfd en heeft een vlakke achterwand die wordt gevormd door in reliëf uitgevoerde C-voluten en een soort kam. De dekselknop is uitgevoerd in de vorm van een dolfijn.
Het bekken is schelpvormig en staat op vier pootjes en is beschilderd met een herderscene naar een prent van Johann Esaias Nilson Le Contentement pastorale (Amarillis en Coridon).