De plaat heeft inzwenkende hoeken en een opstaande rand en is in blauw beschilderd. Centraal op de voorgrond zijn een staande herder en een zittende herderin in een landschap met schapen afgebeeld. De herder is gekleed in laat achttiende eeuwse kledij. Beiden houden een staf beet. Rondom de voorstelling is een dubbele lijn aangebracht. De rand is gesponst en aan de bovenkant voorzien van twee hanggaten.