De ketel is rond en heeft een bol enigszins gedrukt lichaam, een opstaande tuit, een vast staand hengsel en deksel. Op de buik van de ketel die in blauw is beschilderd, zijn een waterlandschap en een boerenbedrijf in cartouches afgebeeld. Buiten de cartouches zijn bladornamenten op een blauw fond uitgespaard. De tuit is beschilderd met bloemen en bladertakjes. Rondom de aanzet van de tuit en van het hengsel zijn kleine bladeren geschilderd. De landschappelijke decors zijn aan de bovenkant begrensd door een dubbele cirkel die de overgang vormt tussen buik en schouder. De schouder en rand zijn beschilderd met bloemen en bladertakken. Langs de onderrand van de ketel loopt een ornamentmotief. Het hengsel is voorzien van een ornamentdecor. Het deksel wordt bekroond door een puntvormige dekselknop en heeft drie banden met bladertakken en –takjes. Het deksel hoort mogelijk niet bij de ketel.