Vlakke bodum, voetring loopt vrijwel zonder scheiding over in de peervormige wand. Brede korte hals. Is vaak bruingroen gebrand en anders vaag blauwgrijs kobalt onder glazuur en ijzerrood boven glazuur. Op de schouder: landschapje en bloemen, op de wand enige Feng Huang tussen bloemen.
Wit steengoed vrij korrelig. Enigszins grijs getint wit glazuur, Japans sinaasappelig van oppervlakte en met zeer onregelmatige, vrijwel uitsluitend verticale craquelure. onderkant voetrind niet geglazuurd.