Het eerste dat opvalt aan dit bord is de typische randdecoratie. De rand is gedecoreerd met een rocaillerie band opgebouwd uit cornucopias, schelpen, veren en krulwerk, afgewisseld met scènes van rokende ruines, heuvels, (wagen)wielen en heraldische elementen gekopieerd uit het centrale wapen. Dit weinig voorkomende randontwerp is eveneens terug te vinden op wapenserviezen gemaakt voor de Engelse en Zweedse markt. De randdecoratie van bijvoorbeeld het Zweedse Nordencrantz-servies is identiek aan de beschildering van dit wapengoed. Het alliantiewapen op het plat wordt gevormd door de wapens van de families Van Altena en Doys, beiden afkomstig uit Friesland.
Het dinerservies is vervaardigd voor Henricus Wiardus van Altena (1709-1771) en zijn tweede vrouw Anna Catherina Doys (1702-1780), die in 1753 in Bergum (Friesland) in het huwelijk traden. Henricus Wiardus van Altena was afkomstig van een Oost-Friese familie. Hij kwam in 1730 naar Nederland als vaandrig in het Oranje-Friesland regiment in Leeuwarden, maar werd al snel tot luitenant benoemd (1734). In 1739 trad hij als griffier toe tot het Hof van Friesland. Zijn carrière nam een hoge vlucht en in 1751 werd hij benoemd tot grietman van Tietjerksteradeel. Na hun huwelijk betrokken Anna Catharina en Henricus Wiardus de Dekema State te Jelsum, een adellijk landgoed dat Anna Catharina in 1751 van haar moeder Maria Boelens geërfd had en waar zij in 1702 geboren was. Na 1762 woonde het echtpaar in de buurt van Eyso de Wendt (1718-1780). De Wendt, die zich in dat jaar in Kollumerland vestigde na zijn fortuin gemaakt te hebben in de Oost, was van 1746 tot 1757 supercargo te Kanton geweest en het is goed mogelijk dat hij het echtpaar geholpen heeft bij de bestelling van dit wapenservies.
