Er zijn nog twee serviezen bekend met het wapen van de familie Van Idsinga: het Arendsma Van Idsinga-servies van rond 1750 en een zeer uitgebreid dinerservies (meer dan 322-delig!) uit circa 1785-1790 waarvan het hier afgebeelde bord deel uitmaakt. De familie Van Idsinga behoorde vanaf de zeventiende eeuw tot het stedelijke patriciaat van Groningen en Friesland.
Meyert van Idsinga begon zijn carrière als notaris in 1736, al in het daarop volgende jaar trad hij in dienst bij de VOC als assistent aan boord van de Maria Adriana. In 1738 keerde hij terug naar Holland om in 1743 weer richting de Oost te vertrekken waar hij een fraaie carrière maakte. Zo diende hij van 1750-1754 de VOC als commandant van de westkust van Sumatra en in 1756 werd hij gepromoveerd tot gouverneur en directeur van Ambon, waar hij in 1763 overleed.
Het bord is op de rand en wand gedecoreerd met verschillende decoratieve banden, op het plat is het wapen van de familie van Idsinga afgebeeld: een blauw schild met twee gouden klavers en een zilveren rozet.
Het bord, dat deel uitmaakte van het zeer uitgebreide dinerservies, kan door twee verschillende personen zijn besteld. Het is het meest waarschijnlijk dat het servies in opdracht van Balthasar Daniël van Idsinga (1745-1818), de enige zoon van Meyert en Balthazarina Van Idsinga-Kien, is vervaardigd. Zijn vader bezat immers al een grote hoeveelheid wapengoed, dat Balthasar door overerving in zijn bezit had gekregen. Een tweede potentiële opdrachtgever is wellicht Albert Willem Anthoni Fredrik van Idsinga van Nijenhuijs (1749-1830), een lid van een andere tak van de familie Van Idsinga. Albert woonde van 1769 tot 1791 in Oost-Indië, vanaf 1780 als VOC-functionaris te Batavia. Het moet voor hem relatief eenvoudig zijn geweest om een dergelijk servies te bestellen.