Bord op voetring met spreidende wand en brede platte rand, versierd in diverse emailkleuren en gehoogd in goud. Op het plat een chinoiserie met een heer en een dame zittend aan een altaarachtige tafel met een pot met een koraaltak en een pluim. Het geheel wordt gekaderd door ornamentranden in de stijl van Lodewijk XIV. Op de rand drie medaillons die gevuld zijn met een Chinees interieur binnen eenzelfde ornamentele omkadering. De vakken worden afgewisseld door een bloemtak.De voorstelling is geschilderd in de stijl van Meissen porselein en geeft een ontwerp dat rond 1730 geliefd was. De versieringen zijn geïnspireerd op de decoraties die J.G. Höroldt voor Meissen rond 1720 ontwierp. Hij schilderde zijn eigen chinoiserieën, die de ideeën over de romantiek uit de zeventiende eeuw verbeeldden.
Het is niet bekend of het kopiëren van zulke populaire decoraties bedoeld was als directe concurrentie tegen Meissen, of dat het het kopiëren was van de laatste mode uit Europa.
In ieder geval is er geen twijfel mogelijk dat de Chinese porseleinschilder in de decoraties niets herkenbaars zag uit zijn eigen cultuur.