In de koperen (rood en geel) steekketel werd water verwarmd. Door het gat met dop op de zijkant van de steekketel werd water gegoten en verdween de ketel in de ruimte (met deurtje) aan de voorkant van de gloeiend hete kachel (b.v. Lange Jan). Als het water kookte, werd de ketel met het houten handvat uit de kachel gehaald