Naar overzicht
Bewaren
Delen
Dit object delen

Scheepsmodel van het Lemsteraakjacht De Groene Draeck.

Scheepsmodel van het Lemsteraakjacht De Groene Draeck. Op spanten gebouwd: zinkplaat, geklonken op koperen spanten. Schaal 1:10. Het schip heeft één mast en een kluiverboom. De zeilen zijn van witte katoen: een kluiver, een stagfok en een gaffelgrootzeil. In het grootzeil de klasseaanduiding (letters VA) en het zeilnummer 18. De blokken van het model zijn van hout of van metaal. Ze zijn voorzien van lopende schijven. Op de top van de mast een tuigje, bestaande uit een vergulde mastwortel (twaalf ringen) en een scheerbout met daaraan een blauwe vleugel. Op de rug van het roer een gebogen vlaggenstok met daaraan een rood-wit-blauwe vlag. Rond voorschip, rond achterschip, ronde bodem. Aan weerszijden van de voorsteven de kluisborden, slemphouten en berentanden. De kluisborden zijn versierd met snijwerk in de vorm van sterren rondom het met koper beklede kluisgat. De berentanden zijn versierd met houtsnijwerk (waterplanten) en koperen strips over de voorste ribben. Achter de ankerlier een houten opbouw. In het midden daarvan dubbele deuren en een scharnieren luik: de toegang tot het bemanningsverblijf in het vooronder. Het voordek en de gangboorden zijn van hout (met breeuwnaden). De kajuit begint al voor de mast. Het dak van de kajuit is langscheeps hol en dwarsscheeps bol van vorm. De voor- en zijwanden van de kajuit zijn van metaal. Ze zijn voorzien van ovale lichtranden: twee in de voorwand, zes in elke zijwand. Het dak van de kajuit is net als het voordek van hout (gebreeuwd). Voor de mast is in het kajuitdak aan stuurboordzijde (boven de kombuis) een dubbele lichtkap met koperen tralies. Aan de voorkant van de mast is een mastschild met een gesneden voorstelling van het oorlogsschip De Groene Draeck van Piet Heyn. Op de boeisels langs de gangboorden zijn aan beide zijden scepters geplaatst (voor open en achter gesloten). Daarin liggen de diverse hulpstokken en rondhouten: pikhaak, vaarboom, fokkeloeten en bokkepoten). Net achter het staande want zijn de zwaarden aan het boeisel bevestigd. De zwaardbouten kunnen over een buis naar voren en naar achteren geschoven kunnen worden. De verbinding is bovendien scharnierend (voor gebruik op zee). De zwaarden zijn smal van vorm: zeezwaarden. De gangboorden worden aan de achterkant afgesloten door driehoekige waterlijsten, die deel uitmaken van de achterwand van de kajuit. De achterwand is rijk versierd met houtsnijwerk: draken, vissen en andere zeedieren. In de achterwand twee glas-in-lood-ramen en een deur, a-symetrisch geplaatst (deur aan stuurboord). Boven de deur een schuifluik dat de toegang tot de kajuit ruimer maakt. Achter de kajuit de stuurkuip (bollestal). De vloer daarvan bestaat uit houten roosters. Langs de boorden paneelbetimmeringen en lattenbanken. Het stuurwiel, de motorbediening en het instrumentenpaneel zijn bevestigd aan de achterwand. Langs de bovenrand van de achterwand een hennebalk met houtsnijwerk: zeedieren. Achter de kuip het achterschip met een kort achterdek (gebreeuwd hout). Het helmhout wordt bewogen door stalen kabels die door buizen onder het achterdek verdwijnen. Daar zijn ze bevestigd aan de as van het stuurwiel. Op de buitenkant van de achterboeisels is de naam van het jacht geschilderd (in goud op groen): 'DE GROENE DRAECK'. De kop van het roer is verdikt en versierd met een uit hout gesneden draak met vleugels. Accessoires: stander, stokanker, ploegschaaranker, vaarboom, pikhaak, fokkeloeten en uitzetters.

Het model is gebouwd door Andries Bosma uit Scharnegoutum. Hij is geboren te Sneek op 31 juli 1933. Na zijn opleiding op de Sneker ambachtsschool volgde hij nog een aantal cursussen: lassen (twee jaar op de avondschool) en scheepsbouw/scheepstekenen (twee jaar Bemetel). Bosma begon met werken in 1950 bij machinefabriek Hubert te Sneek als constructiebankwerker. Van 1951-1968 werkte hij bij scheepswerf Boomsma te Sneek. Vervolgens werkte hij vijf jaar bij scheepswerf Van der Werff & Visser te Gorredijk en keerde in 1973 terug bij scheepswerf Boomsma te Sneek. Daar bleef hij tot 1980. Vanaf 1988 hield Bosma zich bezig met de bouw van scheepsmodellen. Andries Bosma overleed op 29 april 2010.
De Groene Draeck is een Lemsteraakjacht. De romp is die van de Lemsteraak. De tuigage en de opbouw zijn echter als die van een jacht (boeier). Op 31 jan. 1956 werd prinses Beatrix 18 jaar. Zij had al een zeiljacht (een valk) en het was bekend dat ze veel plezier beleefde aan de zeilsport. Een nationaal geschenk zou derhalve gezocht moeten worden in de sfeer van de watersport. Er werd een Comité Varend Nederland opgericht met daarin vertegenwoordigers van de zeevaart, kustvaart, rijnvaart, sleepvaart, binnenvaart, marine, reddingwezen en watersport. Voorzitter was Ernst Crone. Het comité bood de prinses op haar verjaardag middels een oorkonde het plan aan. In samenspraak met de prinses werd gekozen voor een Lemsteraakjacht. Scheepsbouwer Ary de Boer uit Lemmer maakte de tekeningen van de romp en het jacht werd gebouwd op scheepswerf G. de Vries Lentsch te Amsterdam. De prinses noemde het jacht naar het oorlogsschip uit 1623 dat onder commando stond van Piet Heyn. Het jacht liep op 4 juni 1957 van stapel. Op 15 juni 1957 vond de overdrachtplaats te Muiden.
De Lemsteraak komt, zoals de naam al aanduidt, uit Lemmer. De eerste Lemsteraak werd in 1876 gebouwd door Pier de Boer uit Lemmer. Het schip werd ontwikkeld uit de kleinere bot-aak. De Lemsteraak is een rond schip met kielbalk. De voorsteven is gebogen en vallend. De achtersteven is recht en licht vallend. De romp heeft een rond grootspant en is gladboordig. De kop is volrond. Het achterschip is iets slanker. Het boeisel valt sterk in. De romp heeft een matige zeeg. De tuigage bestond uit een steekmast met bezaantuig (grootzeil, stagfok en kluiverfok). De zwaarden zijn lang en smal. De lengte varieerde van 10.30 meter tot 14.50 meter. De eerste ijzeren Lemsteraak werd in 1898 gebouwd door Croles te IJlst. Aanvankelijk werd de Lemsteraak gebruikt als moederschip en als jager voor de haringvletten. Ook vervoerden Lemsteraken mosselzaad van de Zuiderzee naar Zeeland en mosselen van Zeeland naar België. In Zeeland werden mosselaken gebouwd naar voorbeeld van de Lemsteraak, die vanwege de snelheid 'jachten' of Bruinissser jachten werden genoemd. Beroemd waren de zeilwedstrijden voor Lemsteraken. Hierbij voerden ze soms in totaal zes zeilen en fokken. Zelfs op het Amsterdamse IJ werden zeilwedstrijden voor Lemsteraken georganiseerd. Een visser kon hier aan deelnemers- en prijzengeld soms meer verdienen dan met een dag vissen.

Identificatie
Titel
Scheepsmodel van het Lemsteraakjacht De Groene Draeck.
Objectnummer
FSM-1998-173
Trefwoorden
Aken, Lemsteraken, Scheepsmodellen, Vissersschepen
Materialen
koper, zink, hout, textiel
Hoogte
196.0 cm
Vervaardiging
Vervaardiger
Datering
1998
Meer informatieMinder informatie
Uit hetzelfde thema