Naar overzicht
Bewaren
Delen
Dit object delen

Scheepsmodel van de treinboot Leeuwarden die voer tussen Stavoren en Enkhuizen.

K. Smit

Scheepsmodel van de treinboot Leeuwarden. Op spanten gebouwd. Schaal niet bekend. Het model heeft een logge vorm. De voor- en achterkant zijn gelijk: rechte stevens. De vorm is bepaald door het doel waarvoor het schip is gemaakt: er moeten gemakkelijk wagons op kunnen rijden en het schip moet veel draagvermogen hebben. In de voorsteven kant een luik uit het boeisel worden weggeschoven, zodat de rails op het dek bereikbaar worden. Op het voorschip een vlaggemast met blauwe vlag, twee sloepen in davits en de wissel waardoor de rails zie in twee banen splitst. Tussen de rails houten flonders. Tussen de beide sporen houten dekken en flonders. Over de beide sporen heen staat een metalen poort met daarop de brug. Deze is omheind door reling en aan twee kanten bereiktbaar met een ladder. Op de brug de stuurhut. De besturing geschiedt met kettingoverdracht. Tussen de beide sporen een lichtkap, de tandwielen van de stuurketting, een opbouw met deuren en twee stoommachines. Deze zijn gelijk van vorm: opbouw met daarop een schoorsteen en een stoomfluit, die worden gehouden door tuidraden en voor de opbouw een tralieluik met voorwaaarts gerichte pijp. Achter de stoommachnes, tussen de sporen een lichtkap, een kleine opbouw, een watervat. twee lichtkappen, een twede watervat, een opbouw met deuren en een houder met lantaarn en een kleine opbouw met pijp en boordlicht. Op de rails staan staat aan bakboord een tankwagon en aan stuurboord een veewagon. Op het achterschip de stoothekken van de spren en de rollen die de stuurkettingen geleiden. Deze zijn gedeeltelijk overdekt. Op het achterboeisel een rood-wit-blauwe vlag. Het schip is voorzien van twee roeren en twee schroeven. De romp is zwart. Op het berghout een witte bies. Het dek is zwart. De houten tussendekken en flonders zijn gelakt, evenals het dek van de brug en de stuurhut. De metalen boog van de brug en de opbouwen in het midden (deuren en lichtkappen) zijn rood-bruin. De stoommachines zijn zwart. De pijpen ervoor zijn wit met een rode binnenkant. De schoorstenen zijn zwart met een witte band. Accessoires: enkelvoudige houten stander.
Technische gegevens: Bouwjaar 1909 (werf Rijker & Co., Rotterdam). Afmetingen: lengte 66,25 meter, breedte 12,20 meter, holte 3 meter, diepgang voor 1,25 meter en achter 1,65 meter. Machine: 2 cylinder verticaal geplaatste compoundmotoren met twee schroeven. Vermogen: 2 x 350 ipk en 2 x 210 npk. De motoren zijn gebouwd bij de Alblasserdamsche Machinefabriek. Ketels: twee schotse ketels achter elkaar geplaatst, druk 8,26 atm. Capaciteit: 10 wagons. De stoomtreinpont Leeuwarden was het derde stoomveerpont dat de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij in de vaart kreeg. Het was een copie van de eerder gebouwde Enkhuizen. Voorheen werden goederen vervoerd met de passagiersdienst tussen Stavoren en Enkhuizen. Toen er echter steeds meer goederen vervoerd moesten worden en de tijd om die te laden ontbrak (de passagiersdienst had een strak tijdsschema) ontstond de behoefte de goederen apart te vervoeren. En het handigste was de wagon meteen op een schip te rijden. Ir. G.J. Bosman ontwierp het schip. Het moest niet te veel diepgang hebben, het moest breed zijn (twee rails), het moest een groot draagvermogen hebben en het moest sterke motoren hebben (veel gewicht in een log schip). Bij de ponten hoorden lange oprijbruggen om getijdeverschillen op te vangen. Locomotieven konden vanwege hun gewicht niet aan boord worden gereden. De locomotieven werden wel gebruikt om de wagons aan boord te rijden, maar daarvoor werden speciaal geconstrueerde tussenwagons gemaakt die 29,32 meter lang waren. De eerste treinpont, de Stavoren, werd in 1899 in de vaart gebracht. Rond de eeuwwisseling had de S.S. het monopolie in Friesland voor het vervoer over spoor. De H.Y.S.M. probeerde met de treinponten een voet aan de grond te krijgen in Friesland. Dat lukte. In 1901 nam de H.Y.S.M. de Noord-Friesche Locaal Spoorwegmaatschappij over (Leeuwarden-Harlingen en Stiens) en verloor de S.S. het monopolie. De aanschaf van de treinponten was dus een begin van de concurrentie. De H.Y.S.M. wilde met de ponten ervoor zorgen dat er zoveel mogelijk wagons naar Friesland vervoerd werden. De H.Y.S.M. werd zo een geduchte concurrent. In 1917 gingen de beide maatschappijen een samenwerkingsverband aan. Het was toen niet meer nodig zoveel mogelijk wagons over zee te vervoeren. In 1917 werden er nog 24.000 wagons overgezet, in 1918 waren dat er nog maar 8.000, en dat nam verder af tot circa 6.500 in de jaren tot 1936, toen de laatste pont met wagons over het IJsselmeer ging. De Leeuwarden werd in 1937 in Zaltbommel verbouwd tot passagiersschip Trinidad voor een rederij in Venezuela. Het schip maakte de tocht over de oceaan op eigen kracht. Maar de reis verliep niet voorspoedig: de ombouw naar oliegestookte stoommachines was niet vlekkeloos geschied. De reis duurde zeer lang (1 juli 1937 - 18 okt. 1937). De Leeuwarden heeft als Trinidad nog tot 1951 dienst gedaan in Venezuela.

Identificatie
Titel
Scheepsmodel van de treinboot Leeuwarden die voer tussen Stavoren en Enkhuizen.
Objectnummer
FSM-1993-065
Trefwoorden
Enkhuizen, Scheepsmodellen, Spoorwegen, Stavoren, Treinboten, Veerschepen
Materialen
metaal, hout
Hoogte
19.5 cm
Vervaardiging
Vervaardiger
K. Smit
Datering
1993
Meer informatieMinder informatie
Uit hetzelfde thema