Naar overzicht
Bewaren
Delen
Dit object delen

Scheepskanon van de Friese Admiraliteit. Vondst uit de Noordzee.

Jacob Noteman

Scheepskanon. Voorlader. Zevenponder. Het kanon kan in vijf delen verdeeld worden: de stootbodem, het bodemstuk, het tappenstuk, het langeveld en de kop. Aan de achterzijde is de stootbodem. Daaraan is een knop (druif) bevestigd. Het bodemstuk heeft aan de achterzijde een kulasband. Op de kulasband is te lezen '(...) A (...) O (...) O (...) EMAN MI FCT (...)EOVERDIA ANNO 16(...)3'. Voor de kulasband het zundgat en een cartouche met daarin '...IESLAND'. Aan weerszijden van het cartouche twee gaten en aan weerszijden van het zundgat twee nokken. In de gaten was het kroonstuk bevestigd, een scharnierbare klep over het zundgat, dat inwateren moet voorkomen. De klep rustte op de nokken bij het zundgat. Voorts is op het bodemstuk nog een wapenschild te zien: een staande leeuw met geheven zwaard en pijlenbundel. Op het tappenstuk zijn twee hengsels in de vorm van dolfijnen bevestigd. Daaraan kan het kanon worden opgetakeld. Onder de hengsels de tappen, waarmee het kanon rust op het houten rolpaard. Het langeveld wordt aan voor- en achterzijde begrensd door twee sierbanden. de voorste rand wordt halsband genoemd. Daarvoor is de kop van het kanon. Het kanon is geplaatst op een houten rolpaard. Het heeft vier houten wielen. De tappen zijn geborgd met metalen kleppen. De druif is met een touw vastgezet aan beugels op de wangen van het rolpaard.
In 1977 werd het kanon door de kotter OD 4 van de gebroeders Sperling uit Ouddorp opgevist uit de Noordzee (op 52°,05' NB en 3°,37 OL). Bij een eerdere interpretatie van de tekst op de kulasband had J.P. Puype de letters OVERD gelezen als OVERO en kwam tot de conclusie dat het kanon door de Rotterdamse geschutsgieter Overok gegoten moest zijn. Nadere bestudering van de tekst door N. Brinkc (Terschelling) leert dat het kanon gegoten moet zijn door Jacob Noteman te Leeuwarden. De naam van de gieter hoort altijd links op de kulasband te staan en de letters OVERD staan in het midden.
Jacob Noteman te Leeuwarden heeft meer kanonnen gegoten. Dat blijkt uit de publicatie van dr. J.Th. van Doesbrug (Terwolde) met de titel 'Letters in Brons' (prive-uitgave). In Key West (Florida - USA) trof hij bij kanonnen verzamelaar Steven Condella (16 W Cypress Terrace - Key West Florida 33040) eenzelfde soort kanon aan: dezelfde afmetingen, versieringen en dezelfde signatuur in de kulasband. In het cartouche van het kanon in Florida is te lezen: 'DIRECTIE VAN FRIESLANDT'. In het cartouche van het Sneker kanon is alleen het laatste deel te lezen: (...)IESLANDT'. Omdat de gekruiste ankers achter het Generaliteitswapen ontbreken mag ervan worden uitgegaan dat ook het Sneker kanon is gemaakt voor de Directie van Friesland.
De Directie was een organisatie tot bescherming van de koopvaardij en visserij op een bepaalde route of een bepaald zeegebied. men kan de directie beschouwen als een particuliere organisatie, die een gedeelte van de taak van de staatsmarine had overgenomen. Zij had daartoe het recht verkregen om voor de betrokken tak van scheepvaart bindende voorschriften uit te vaardigen en belastingen te heffen. Uit deze belastingen werden ondermeer het onderhoud en de exploitatie van de door haar inzee gebrachte escorte-vaartuigen (directieschepen) bekostigd. Vanwege de vele overeenkomst met het kanon in Florida, mag worden aangenomen dat het Sneker kanon net als dat in Florida in 1643 is gegoten. De 4 is in Sneek niet te lezen.
Niet bekend is van welk directieschip het kanon afkomstig is. Er voeren diverse directieschepen na 1643 en verschillende daarvan zijn op de zuidelijke Noordzee vergaan.
Een kanon als dit werd aan de voorkant geladen. Eerst werd het kruit, hetzij los of in zakken (kardoezen) verpakt, ingevoerd. Daarna werd de kogel op het kruit gestampt. Ten einde het kruit te ontsteken was een kanaaltje (zundgat) aangebracht, dat het inwendige van het kanon (de kamer) met de buitenlucht verbond. Het zundgat werd gevuld met kruit, wat met een zunder werd aangestoken. Het kaliber van het kanon werd uitgedrukt in het gewicht van de gebruikt kogels. Dit kanon was een zevenponder: er werden ronde, massieve kogels van gietijzer met een gewicht van zeven Delftse ponden (= 3,29 kg.) mee geschoten. Deze kogels hadden een diameter van 9.6 cm.
Het rolpaard waarop het kanon is geplaatst is een replica. Het is gemaakt naar opmetingstekeningen van de scheepskanonnen van het Zweedse oorlogsschip WASA. Dat schip werd in 1628 gebouwd en zonk al op zijn eerste reis. Het wrak van de Wasa werd in 1961 weer boven water gehaald en geconserveerd. Sindsdien is het te bezichtigen als museumschip. De Zweedse opmetingstekeningen zijn aangepast voor de maat van dit kanon.
Collectie Fries Scheepvaart Museum, bruikleen Ottema-Kingma Stichting.

Identificatie
Titel
Scheepskanon van de Friese Admiraliteit. Vondst uit de Noordzee.
Objectnummer
FSM-1982-237
Trefwoorden
Admiraliteiten, Noordzee, Scheepsonderdelen
Materialen
brons, metaal
Vervaardiging
Vervaardiger
Jacob Noteman
Datering
1643
Meer informatieMinder informatie