Naar overzicht
Bewaren
Delen
Dit object delen

Kop van het roer van de boeier Phoenix.

Jan van Nijs

Kop van het roer van de boeier Phoenix. Over de rug van het roer een versiering in de vorm van een monster met in zijn muil een mensenhoofd. Het monster is omgeven door acanthusloof, krullen, kwasten en waterplanten. Uit de krullen twee koppen van aalschoverachtige vogels. Afgezaagd bij de tweede roerhaak.

In de 18de eeuw werden roeren meer op een dergelijke wijze versierd (boeier de Bever b.v.), zowel roeren van jachten als van koffen en galjoten. Het beeldhouwwerk is meerkleurig beschilderd (groen, bruin, goud, wit en rood). De vogelkoppen doen denken aan die in de decoraties in het stadhuis van Sneek van de hand van Johan Jurjens Hempel (1761). Ook lijken de dieren op die in de betimmeringen zijn gesneden in de boerderij Haubois te Loënga. Het feit dat het jacht werd gekocht met de naam Oud Sneek, doet vermoeden dat het jacht in Sneek is gemaakt. Deze combinatie rechtvaardigt een toeschrijving van het snijwerk aan Jan van Nijs.
Jan van Nijs is niet gedoopt in Sneek. Toen hij in 1750 trouwde met Uikljen Claes waren zijn 'beide van Sneek'. In 1757 nam hij de zaak van beeldhouwer Gerben Jelles Nauta over. Van Jan van Nijs is werk bekend aan het stadhuis van Sneek (natuursteen), de kerk van Abbega, het raadhuis van Sloten en het raadhuis van Bolsward. Hij overleed in 1780.
Ook de berentanden, het boeisel en de hennebalk van de Phoenix waren rijk besneden. De Phoenix had geen warring, de kajuit liep van boeisel tot boeisel. Vroeger moet het een open schip geweest zijn. In 1816 kocht de Fa. W.& A. Visser en zonen te Heeg het schip (Oud Sneek). Ze wonnen er in 1847 in Amsterdam een door prins Hendrik de Zeevaarder uitgeloofde zilveren beker mee (in het bezit van het museum). Tot het begin van de 20ste eeuw bleef de Phoenix in bezit van de familie Visser. Blijkens de balans- en inventarisboeken van de firma Visser is het jacht tussen 1906 en 1912 afgestoten. De nieuwe eigenaar werd notaris Anne Tadema te Sint Jacobiparochie. Zijn moeder, Aukjen Annes Visser, dochter van de palinghandelaar Anne Annes Visser, was gehuwd met Petrus Jacobus Tadema, eerst notaris te Heeg en later te Franeker. Anne Radema herdoopte de Phoenix tot Aaltje Johanna naar zijn vrouw Aaltje Johanna Doedens. Na de dood van Anne Tadema in 1916 had de boeier onder de namen Pallieter en Comeetstar nog verschillende eigenaren, tot hij in 1945 te Leiden werd gesloopt, nadat baron Van Hoëvell het roer en het snijwerk van de voorsteven had veiliggesteld.
Collectie Fries Scheepvaart Museum, bruikleen Ottema-Kingma Stichting.

Identificatie
Titel
Kop van het roer van de boeier Phoenix.
Objectnummer
FSM-1990-425
Trefwoorden
Boeiers, Scheepssier
Materialen
hout, eikenhout
Hoogte
105.0 cm
Breedte
27.0 cm
Vervaardiging
Vervaardiger
Jan van Nijs
Datering
1760 - 1780
Meer informatieMinder informatie