Naar overzicht
Bewaren
Delen
Dit object delen

Model van het kofschip Antje.

Dirk Huismans

Scheepsmodel van het kofschip ANTJE. Op spanten gebouwd. Eikenhout. Schaal niet bekend. Het model is getuigd als een schoenerbrik. Er zijn twee masten en een boegspriet. De voorste of grote mast is in vieren gedeeld: een mast, een marssteng, een bramsteng en een korte bovenbramsteng. De mast en de marssteng zijn aan elkaar verbonden door een mars (kraaiennest) en een ezelshoofd. De bezaanmast is in tweeën gedeeld: een mast en een marssteng, verbonden door twee ezelshoofden. Het model is niet voorzien van zeilen. Aan de rondhouten, schoten en vallen is echter wel na te gaan welke zeilen op het schip gevoerd kunnen worden. Aan de voorkant van de grote mast: een stagfok, een binnenkluiver en een buitenkluiver. In de grote mast voorts vier ra's waaraan gevoerd worden: het grootzeil, het grootmarszeil en het grootbramzeil. De onderste twee ra's van de grote mast zijn voorzien van uitschuifbare spieren waaraan lijzeilen kunnen worden uitgezet. Aan de achterkant van de grote mast een gaffel en een giek waaraan een gaffelgrootzeil kan worden bevestigd. De bezaanmast is uitgerust met een gaffel en een giek voor een gaffelbezaan. De giek hangt in een kraanlijn (voorzien van touwpluis). De gaffel hangt in een piekeval en de top van de gaffel wordt in bedwang gehouden door twee geerden. Boven de gaffelbezaan een tweede gaffel voor een topzeil. Het voorschip is rond. Het achterschip is rond en gepiekt. De bodem is rond en buikig van vorm. Het schip wordt gevaren zonder zwaarden. Het berghout is breed en bestaat uit vier gangen. Voor de grote mast het luikhoofd van het voorruim. Tussen het staande want van de grote mast en het staande want van de bezaanmast is op de boeisels een reling gemaakt. Aan stuurboord zijn aan de relingen drie stokken vastgeknoopt. Eén ervan is geblokt, het is de peilstok. Achter de grote mast is het luikhoofd van het hoofdruim. Op de luiken staat een reddingsloep. Achter het hoofdruim een dubbele lenspomp met twee pompstokken. Aan weerszijden daarvan twee drinkwatervaten op standers. Daarachter het dekhuis. De helmstok is met touwen en blokken aan de boeisels verbonden aan een spil, die door een stuurrand kan worden gedraaid. Op de buitenkant van het achterboeisel twee naamborden met daarop 'ANTJE'. In het achterschip zijn in het berghout vier luiken gemaakt (twee aan elke kant). Aan bakboord is onder het berghout nog een luik gemaakt. De luiken werden gebruikt voor het laden en lossen van lange balken. Accessoires: vaste stander, een vaarboom, een peilstok, een uitzetter, twee watervaten, een reddingsloep, twee ankers.

Dirk Huismans geboren te Hindeloopen 15 juli 1910 en overleden in aug./sep. 1975 te Enkhuizen. Zoon van Klaas Huismans en broer van Sipke Huismans, de maker van de maquette met inv.nr. 1989-195. Dirk Huismans volgde in Hindeloopen de lagere school. Was daarna Hindelooper schilder (kreeg les van Gerard Huttinga). Vanwege zijn vaardigheden in de volkkunst werd hij in het Openluchtmuseum te Arnhem aangenomen als restaurateur. Rond 1950 werd hij restaurateur in het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen. Rond die tijd maakte hij het model van het kofschip.
Het kofschip is als scheepstype vermoedelijk het resultaat van een geleidelijke ontwikkeling, waarvan het begin ligt in de 17de eeuw. De kof is een zwaar gebouwd schip met een vrij sterke zeeg en met een lengte-breedte verhouding van 3:1. Voor- en achterschip waren rond. Door hun volle vorm hadden deze schepen een grote drift en moesten zijn met zwaarden gevaren worden. In 1741 liet de Workumer koopman Hylke Jans Kingma in Lübeck een kofschip bouwen dat afweek van het gangbare type. Het was grote, het had een gepiekt voor- en achterschip en voer zonder zwaarden. De tuigage bestond uit een anderhald-mast tuig. Het laadvermogen van koffen varieerde van 110 tot 300 ton en de lengte van 16 tot 30 meter. In de 18de eeuw was het kofschip voor Nederland het meest gebruikt voor Nederland het meest gebruikte vrachtschip op de Europese kustwateren. De kof was populair omdat het een breed en vlak laadruim had (geschikt voor granen), omdat het een geringe diepgang had (geschikt voor de Zuiderzee en de Zeeuwse wateren) en omdat de tuigage eenvoudig te bedienen was (een bemanning van zeven koppen was genoeg). In de 19de eeuw ontstonden kofschepen met een afwijkende tuigage: een volledig driemasttuig of een schoenertuig.

Identificatie
Titel
Model van het kofschip Antje.
Objectnummer
FSM-1997-053
Trefwoorden
Kofschepen, Scheepsmodellen
Materialen
eikenhout, hout, touw
Hoogte
95.0 cm
Vervaardiging
Vervaardiger
Dirk Huismans
Datering
1950 - 1960
Meer informatieMinder informatie