Naar overzicht
Bewaren
Delen
Dit object delen

Scheepsmodel van de kustvaarder Marie.

onbekend

Scheepmodel van de kustvaarder Marie uit Foxhol. Blokmodel. Schaal niet bekend. De kustvaarder heeft een liermast en een lantaarnmast. Het voorschip is scherp. Het achterschip is rond en geveegd. De bodem is vlak. Op de boorden van het voorschip is aan weerszijden de scheepnaam geschilderd: 'Marie'. Verhoogd voordek voor een voorruim en een achterruim. Op het achterschip een dekhuis van twee etages met daarbovenop de brug (stuurhuis van hout). Op de schoorsteen een embleem (tandrad met daarin de latter 'H'). Op het achterschip is geschilderd 'Marie / Foxhol'. Het metaal roest op enkele plekken. Het model is geplaatst op een houten plank met glazen kap.

De kustvaarder Marie uit Foxhol is in 1972 op de scheepswerf van Ton Bodewes te Franeker verbouwd tot zandzuiger (bouwnummer F53). Volgens de Wet op de Zeevaartdiploma's is een kustvaarder voor de Kleine Handelsvaart een schip met een waterverplaatsing van minder dan 500 brt (sinds 1970: kleiner dan 75 meter lang). De Nederlandse kustvaart heeft zijn oorsprong in de provincie Groningen. De in de veenkoloniën gegraven turf werd steeds verder weg verkocht. Dat deed de behoefte aan schepen toenemen. De schepen werden in Groningen gebouwd en uitgereed. Ook het graan vond op de coasters zijn weg naar het buitenland. De steeds grotere schepen kwamen ook buiten het Noordzeegebied (tot in Afrika). Rond 1850 beleefden de Groningse rederijen een hoogtepunt. Ze lieten hun schepen bouwen in de provincie Groningen en hun bemanningen kwamen er ook vandaan. De schepen werden echter bevracht in Amsterdam of Rotterdam. Bij de overgang van houtbouw naar ijzerbouw en van zeilvaart naar motorvaart behielden de Groningse reders hun positie maar slechts ten dele. Na 1920 kwam er echter een nieuwe impuls voor de scheepsbouw in Groningen. In 1923 bouwde scheepswerf Gideon te Groningen een ijzeren kustvaarder met een kleine motor van slechts enkele tientallen p.k. en met een hulpzeil (dat al vrij snel verdween). De Groninger coaster beviel goed: het schip was betrouwbaar, kon veel lading vervoeren en was in staat ver landinwaarts te varen (lading van huis tot huis). De vloot coasters (kleiner dan 500 brt) groeide snel (in 1939 536 schepen). Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef de Groninger coaster populair. Er werden speciale schepen gebouwd voor olieën, chemicaliën, vlees, fruit, containers, etc. Na 1960 nam het aantal coasters weer af.

Identificatie
Titel
Scheepsmodel van de kustvaarder Marie.
Objectnummer
FSM-1995-003
Trefwoorden
Foxhol, Kustvaarders, Scheepsmodellen
Materialen
hout, kunststof, metaal
Hoogte
26.0 cm
Vervaardiging
Vervaardiger
onbekend
Datering
1965 - 1975
Meer informatieMinder informatie
Uit hetzelfde thema