Notarisklokje met dubbele kap en dubbele bellen. De meekrapkleurige eiken kast heeft een dubbele kap met beschilderde panelen achter glas. De kap heeft een onderbroken ronde timpaan, bekroond met messing ballen. Naast het deurtje bevinden zich zwart gepolitoerde volle pilaren. In de hoeken naast de cijferring zijn geperste latoenkoperen figuren die de vier jaargetijden voorstellen.
Het uurwerk is voorzien van wekkerwerk, slaat de hele en halve uren voluit op dubbele bellen en heeft kwartierslag.
De steuntjes in de klok zijn bewust aangebracht om de kromgetrokken achterplank recht te trekken. Het latoenkoperen ornament op het slingervenster toont naast een urn, een zon, een maan, een uil, een haan en een vogel (adelaar) die met zijn snavel het doek der vergankelijkheid optilt. De urn met eeuwige vlam staat voor tijd. De haan staat voor de ochtendstond, de uil voor de avond. Zon voor dag en de maan voor nacht.
Het klokje is in 1999 gerestaureerd en origineel, de kast, het uurwerk en de wijzerplaat horen bijelkaar. Dit Fries kantoortje uit ca. 1865 heeft een hoogte van 123 cm. Op de achterzijde van de wijzerplaat staat in menie K.B. en NO 3. Op de achterwand staat K. Bouma.