Naar overzicht
Bewaren
Delen
Dit object delen

Zilveren beker op voet, binnenzijde verguld, door leden van Societeit Zeeburg geschonken aan de Engelse kapitein James Atkins, vanwege een redding voor de kust bij Harlingen, 23 oktober 1838

G.T. Spaan

Zilveren beker op voet, met verguld zilveren binnenkant, de voet heeft een knorrenrand.
Inscriptie op de buitenzijde van de beker met betrekking tot een redding voor de kust bij Harlingen op 23 oktober 1838, De beker werd geschonken door de leden van Societeit Zeeburg te Harlingen aan de Engelse kapitein James Atkins.

Inscriptie: "Presented to Capt James Atkins / by the clubhouse Zeeburg at Harlingen as a token of esteem for gallantly going out in a ship's boat / with capt Disney and three of his crew, endeuvouring to save some lives, on board of an Amsterdam packet in great / distress near this port in the dark and stormy night of the 19th October 1838".

(Artikelen in de Leeuwarder Courant 23 oktober 1838 over de reddingsactie, en 26 oktober 1838 over de begrafenis van de schipbreukelingen in Harlingen)

Noord-Brabander, 27 oktober 1838: "De Leeuwarder Courant bevat thans een breedvoerig verslag van het vergaan voor Harlingen van het tussen die stad en Amsterdam varende beurtschip van Bouke Fockes van der Werf, in den avond van den 18 October. Behalve het reeds medegedeelde zien wij daaruit, dat men aan den wal reeds dadelijk op middelen tot redding was bedacht en zich onder anderen wendde, als het mees daartoe in staat, tot den kapitein der stoomboot Prins Frederik, doch deze wee de smeekbede van de hand, onder voorgeven, dat op hem de verantwoordelijkheid van zijn vaartuig rustte, daarop hernieuwde men dit aanzoek bij het personeel der loodsdienst, waar insgelijks alle aandrang en overreding werd in het werk gesteld, belangrijke sommen geld uitgeloofd, ja borg gesproken voor alles wat men mogt begeeren, zoo slechts bijstand wierd verleend, alles te vergeefs, want zelfs aan eenige menschlievende varensgezellen, die zich zonder vooruitzigt op belooning ter redding bereid verklaarden, doch wier boot te klein was, werd het loodsvaartuig geweigerd. Eerst te middernacht waren het vreemdelingen, de menschlievende Engelsche kapiteins D. Charrosin, J. Atkins en H. Disney, die het besluit namen om met twee hunner sloepen den gevaarlijken togt naar het inmiddels gezonken beurtschip te ondernemen; slecht eene dezer sloepen kon het vaartuig genaken, maar bleef op eenige afstand voor anker liggen, uit vrees, dat indien men aan boord kwam de schipbreukelingen in hunnen angst om gered te worden de sloep mogten doen zinken; na den gansche stikdonkeren nacht bij het beurtschip doorgebragt te hebben, gelukte het eindelijk drie ongelukkigen van het wrak te redden en aan den wal te brengen; waarna de edele vreemdelingen terstond eenen tweede togt wilden beproeven, doch men wist hun te bewegen om hunne edelmoedige taak aan andere menschenvrienden, versch van krachtn over te dragen. Mitsdien werden de beide sloepen, onder aanvoering van Simon van der Meer en Jacobus Willem Jager, met nieuwe zeelieden bemand, en aan deze gelukte het om de nog zes levende schipbreukelingen benevens twee lijken binnen de haven te brengen. De overige passagiers, gelijk ook de schippers en de kok, waren reeds in den voornacht door de aanhoudende stortzeeen overboord geslagen en verdronken."

Rechten
CC BY-NC-ND 4.0
Museum
Hannemahuis
Identificatie
Titel
Zilveren beker op voet, binnenzijde verguld, door leden van Societeit Zeeburg geschonken aan de Engelse kapitein James Atkins, vanwege een redding voor de kust bij Harlingen, 23 oktober 1838
Objectnummer
001417
Vervaardiging
Vervaardiger
G.T. Spaan
Datering
1838 - 1839
Meer informatieMinder informatie