Gladde zilveren mosterdpot door Wijger Freerks Mockema, Harlingen 1699.
De mosterdpot heeft een gedreven deksel en dito voet. Het gewelfde deksel waarin bloemslingers zijn gedreven en dat eindigt in een knorrenrand, is voorzien van een tulpvormig knopje. Bij het scharnier, bevestigd aan het oor, bevindt zich een vertikale schelp waarop de duim kan rusten bij het openen van het deksel. In de rand is een uitsparing voor een lepeltje gemaakt. De pot is glad en naar onderen toe wijd uitlopend, gevolgd door een ronding naar de gewelfde voet, waarin bloem- en bladslingers zijn gedreven. De standring bestaat uit een knorrenlijst. Inscripties: Bij het oor de initialen L.H.
Meesterteken Wijger Freerks Mockema.
Afgebeeld in: Harlinger zilver, p. 94.