Omslag met zeven handgeschreven koopbrieven betreffende de glei- of plateelbakkerij Van Hulst ten zuiden van Harlingen onder Almenum.
De koopbrieven zijn gedateerd:
(1) 000878a: 14 november 1815: Jan Lammerts van der Veen verkoopt aan Meile van der Plaats, boekhandelaar, en Abraham Frederiks de Ruiter, koopman, thans beide tegelbakkers, een dubbele glei- of plateelbakkerij en windmolen, knechtswoning, stalling, houtschuur, zomerhuis met tuin ten zuiden buiten Harlingen onder het dorp Almenum, kanton Franeker, zijnde de plek gronds daar de windmolen op staat bezwaard met 19 gulden jaarlijkse grondpacht, als naastliggers, de landen van de stad Harlingen ten noorden, den Verkoper ten oosten, de opvaart ten zuiden en westen, of ook de heren Coert Lambertus van Beyma thoe Kingma en Frans Willems Leemkoel [...] voor 6500 gulden in vier termijnen: 500 guldens bij de vertekening van de akte, 2000 gulden op de 1e februari 1816, 2000 gulden op 1 mei 1816, 2000 gulden op 1 augustus 1816.
(2) 000878b: 16 juli 1818: Abraham Frederiks de Ruiter, koopman en tegelbakker, verkoopt aan Meile van der Plaats, boekhandelaar en tegelbakker, de helft van een dubbele glei- of plateelbakkerij, een windmolen, knechtswoning, stalling, houtschuur en een zomerhuis met tuin, staande ten zuiden buiten Harlingen, voor 3000 guldens.
(3) 000878c: 20 november 1849: Meile van der Plaats, plaatsvervangend rechter kanton Harlingen, secretaris van het Dijksbestuur der vijf deelen zeedijken buiten- en binnendijks en boekhandelaar te Harlingen, verkoopt uit de hand aan Jan van Hulst, fabrikant te Harlingen, de plateel- en gleibakkerij, met knechtswoning, stal, houtschuur, zomerhuis, tuin, ten zuiden van Harlingen onder Almenum, met 15 guldens 20 cents jaarlijkse grondpacht bezwaard, kadastraal nummer Sectie A-532, 533, 534 en 535 voor 3750 guldens.
(4) 000878d: 12 juli 1872.
(5) 000878e: 7 november 1873.
(6) 000878f: 21 april 1874.
(7) 000878g: 9 december 1903.
