Ingelijste gravure op twee bladen met panorama van Harlingen vanuit het noorden gezien, 1614.
Opschrift onder de afbeelding linksonder 'Lof-gedicht des vermaarden zeestads Harlinghen in Friesland', in zes strofen: drie strofen op het linker blad, drie strofen op het rechter blad (Het gedicht is vermoedelijk van Jan Jans Starter).
Op de afbeelding: linksboven het land met bebouwing, kerk, huizen, molen. Daar tussen weilanden, vee, bomen, wegen met paard en wagen en andere weggebruikers. Rechtsonder een weg door het weiland naar de stadspoort, met een boerenhuifkar met paarden, twee mannen en een man op paard. Links daarvan een kanaal en rechts de zee met rechtsonder een kompasroos met het noorden naar beneden. Rechtsboven liggen drie schepen voor anker. Iets linksboven varen schepen de haven van Harlingen uit. Naar links strekdammen in zee en er achter talloze masten en rijen huizen. Vanaf links een bastion, een kerktoren, een molen en de stadspoort. Op de linkerhelft naar links: kerktoren, masten, huizen, stadspoort met links ervan huizen, molen en kerk. Daarnaast stadspoort, kerktoren en twee molens. Om de stad een stadsgracht. Links bovenaan op wolk Neptunus met drietand, paardenhoofden, figuren waarvan één met schelp. Midden aartsengel Michael, met in de linkerhand een weegschaal, aan de rechterarm het stadswapen van Harlingen, terwijl hij met een speer in de rechterhand de keel van een duivel doorboort. Rechts op wolk Mercurius met figuren. De twee bladen zijn aan elkaar geplakt.
Het panorama hoort bij de grote plattegrond van Harlingen uit 1614 van Jacob Lous en Robbertus de Badouz.
