Laag trapje van hout met vier treden en zijkanten die op een brede voet uitlopen, met beschildering op rood fond. Op de zijkanten een grote duif, de binnenkant is 'gemarmerd'. De treden zijn sterk gesleten, op de onderste ziet men nog een vrouw met anker (= de hoop). Op de bovenste een bloemenschaal, op de achterkant is hier het jaartal 1792 geschilderd ter weerszijden van een uitgesneden hart. De treden hebben een bolle voorkant.