Miniatuur van een rechthoekig bakje met vier opstaande randen. De randen staan schuin naar buiten, de twee korte zijden zijn het hoogst, in alle zijden een boogvormig gat. Het geheel is Hindelooper beschilderd op een rood fond. Bovenop de bodem staan drie personen: arbeider met schop en een heer met zijn vrouw. De onderkant is gemarmerd. Zie ook nrs. 839 en 840.