Deze vierkante meetlat van 2 meter (de helft van een roede) is in twintig handpalmen (=dm) verdeeld. Aan deze lat zitten twee ijzeren stangen met boven een handgreep. De afstand tussen beide stangen is 60 cm. De voorste stang is bevestigd aan het begin van de meetlat.
Door deze constructie hoeft de slikmeter bij het opmeten van de veenspecie (Frl. klyn) niet steeds te bukken.