Een witte katoenen flapbroek met pijpen dat als oefening in de naailes is gemaakt. De broek is met plooien aan de tailleband bevestigd. De tailleband sluit aan beide zijden met een knoop in de splitten. Middenachter is een knoopsgat gemaakt.
In de lessen nuttig handwerken bekwaamden de meisjes zich in het breien, haken, mazen, stoppen, naaien en verstellen: Een flinke huisvrouw moest deze technieken beheersen om de kleding van man, kinderen en zichzelf in goede staat te houden. Dit gold ook voor het linnengoed. Ze begonnen met de proeflapjes en daarna mochten ze werkstukken in het klein maken. Daarnaast maakten ze ook kennis met de verschillende borduur technieken voor de fraaie handwerken.