Een zwart katoene jak met lange mouwen, bandversiering en gitten. De stof heeft een ingeweven streepje. De hals is met kant en tule afgezet. De sluiting is met haken en ogen, een drukknoop en is met sierknopen afgezet. Het model wordt gevormd met baleinen en heeft geen schootje. Waarschijnlijk is dit jak later voorzien van haken en ogen.
Na 1870, toen steeds minder vrouwen het oorijzer droegen, werd het traditionele Friese kostuum een dracht voor speciale gelegenheden. Ze gingen overdag een donker jak dragen, maar droegen daarbij nog wel het oorijzer.
Interessant is het gebruik van knopen. Die werden in Friesland uitsluitend bij mannenkleding toegepast. Vrouwen sloten hun kleding met haken en ogen. Knopen dienden sinds 1850 eerst alleen als versiering en kregen pas sedert 1870 een functie.