Naar overzicht
Bewaren
Delen
Dit object delen

Pikstokzeis van metaal en hout gebruikt voor het maaien van gras en graan

onbekend

Betreft een pikstokzeis met een metalen snijblad (zeis) en een blank houten zeisstok met twee gekromde handvatten. De houten zeisstok is achtkantig behalve ter hoogte van de twee handvatten en onderaan waar deze een vierkante doorsnede heeft. Aan de onderzijde is de zeis voorzien van een ronde metalen staaf in de vorm van een beugel (Fries: rekker). De metalen beugel die bedoeld is om het gemaaide gras te verzamelen in een zogenaamde zwad heeft een U-vorm in tegenstelling tot de algemeen gebruikte ronde vorm. De verbinding tussen de zeis en de zeisstok is gerealiseerd met behulp van een arend en een bjirk.
De zeis (Fries: seine) is een landbouwwerktuig dat kan worden beschouwd als een verdere ontwikkeling van de sikkel. Een tussenvorm is de zicht. De zeis bestaat uit een lang gebogen mes, aan de binnenbocht scherp, met een scherpe punt, bevestigd aan een houten steel met twee handvatten. Men gebruikte de zeis door met een snelle zwaaiende beweging lang gras of graan te maaien, zonder dat de maaier zich daarvoor hoeft te bukken. De zeis was al bij de Romeinen bekend en heeft mogelijk al eerder bestaan. Pas in de middeleeuwen, in de twaalfde tot dertiende eeuw, kwam het werktuig weer in gebruik in West-Europa. De zeis met metalen steel en stalen mes is lichamelijk zwaarder dan de lichtere houten zeisstelen met haarscherpe zachtmetalen messen die in Oost-Europa nog wel te koop zijn (of zelfs op maat gemaakt worden). Bij de juiste techniek wordt er nauwelijks kracht gebruikt en wordt de rug rechtgehouden. Het mes wordt in een vloeiende zwaai laag over de grond bewogen, waarna een stap vooruit wordt gedaan en de beweging wordt herhaald. Ook vrouwen op leeftijd die deze techniek beheersen kunnen dit een dag volhouden. De zeis past men aan de lengte van de gebruiker aan door de stok in te korten aan de onderzijde. Vroeger waren wagenmakers ook betrokken bij het maken van zeisstokken. Zij maakten zeisstokken van essenhout en maakten deze veelal vierkant.
Men onderscheid de krukzeis (Fries: krukseine) en de pikstokzeis (Fries: pikstokseine) op grond van de twee handvatten (Fries: tollen). Bij krukzeisen zijn de handvatten recht en zijn ze in een hoek van 90 graden ten opzichte van elkaar aangebracht op de zeisstok. Bij pikstokzeisen zijn de handvatten gebogen en zijn ze aan dezelfde zijde aangebracht aan de zeisstok. De oudste zeisen waren krukzeisen in casu met recht gevormde handvaten. De pikstokzeis met rond gevormde handvatten ontwikkelde men vanaf ongeveer 1918.
Wat betreft de verbinding van de handvatten aan de zeisstok onderscheidt de krukzeis zich van de pikstokzeis omdat deze bevestigd zijn met pen- en gatverbinding en geborgd met houten plugjes (kegjes). Deze verbindingen werden meestal aangebracht door de wagenmaker. De handvatten werden op vaste afstand van 56 centimeter uit elkaar aangebracht. Bij de pikstokzeis zijn deze bevestigd met behulp van doorboringen in de zeisstok en geborgd met twee houten spietjes. Bij de later ontwikkelde metalen zeisen zijn de houten handvatten om de zeisstok (zeisboom) geklemd met een slotboutje.

Identificatie
Titel
Pikstokzeis van metaal en hout gebruikt voor het maaien van gras en graan
Objectnummer
FLM-13-0229
Materialen
metaal, hout
Hoogte
94 cm
Breedte
23 cm
Vervaardiging
Vervaardiger
onbekend
Meer informatieMinder informatie
Uit hetzelfde thema