Betreft een metalen aardappelopschepvork met metalen tanden (veren) met een dop. De aardappelopschepvork (Fries: ierappelgripe) bestaat uit een twaalftandige vork en een houten houten steel met een T-vormig handvat. De twee buitenste tanden of veren zijn recht terwijl de vier andere gebogen zijn. Hierdoor ontstaat in het midden van de vork een verdiept gedeelte, een opschep gedeelte. De tanden van de vork zijn 39 centimeter lang.
Een aardappelopschepvork wordt gebruikt om los gestorte aardappelen op te scheppen. Om te voorkomen dat aardappelen aan de vork worden geprikt zijn de tanden van de opschepvork voorzien van een verdikking, dop of knop. De lengte van de houten steel is meestal uniform en het handvat heeft een T- of D-vorm.
