Betreft een houten rechthoekige wrongelbak (Fries: brokaad of aadskulp) met vier schuine wanden. Het inwendige van de bak is wit geverfd, de buitenzijde rood. Bij een van de korte zijden bevindt zich in de bodemplank een aftapopening om wei te laten afvloeien. Van de wrongelbak ontbreken op twee hoeken de verstevigingsijzers. Men gebruikte deze bak veelal onder de wrongelmolen. Wrongelmolens en wrongelbakken werden gebruikt om grote hoeveelheden wrongel (gestremde melk of kaastof) te verkruimelen zoals bij de bereiding van minder vette Nederlandse hardere kaassoorten (Friese nagelkaas, Leidse kaas, Cheddarkaas), kaassoorten die een vóórrijping ondergaan.