Betreft een metalen cichoreihark met een ronde schuine houten steel. De zwaar uitgevoerde hark bestaat uit een metalen plaat, gebogen in een hoek van 90 graden, met daarin sleuven zodat acht tanden ontstaan. De buitenste twee tanden zijn 2 centimeter korter dan de overige. Op de knik is in het midden van de hark een cylindrisch steelhuis onder een hoek van 45 graden gelast, waarin de steel met een nagel is vastgezet.
Gesneden cichoreiwortelen worden met een cichoreihark (Fries: klauwerke) verdeeld over de geperforeerde droogvloer van een droger of eest (Fries: iest of jist). De tanden van de hark zijn breed en stomp om te voorkomen dat ze in de perforatie van de droogvloer blijven haken. De hark wordt ook gebruikt om de gesneden wortels tijdens het drogen te keren en de gedroogde wortels van de vloer bij elkaar te harken. Cichoreiharken worden ook gebruikt om pas gerooide cichoreiwortels over de bak met water te verdelen, waarin ze gewassen worden. Dit gebeurde ook wel in een sloot met behulp van een getraliede houten bak (Fries: wask).
