Betreft een graanschop (Fries: nôtskeppe) van hout met steel en een T-vormig handvat. Het blad en de steel zijn bijna even lang en ongebruikelijk niet uit één stuk hout gemaakt. Het schepblad is ovaalvormig, komvormig en versmalt zich naar onderen toe tot een recht scheprand. Het komprofiel van de schop ontstaat doordat de zijboorden naar boven toe hoger oplopen en over gaan in het uitgebeitelde vlakke en hogere achterboord. Het achterboord bezit een vlakke horizontale rand. Op meerdere plaatsen op de schop is ter reparatie metaalbeslag aangebracht.
Men gebruikt dit type lichte graanschop om graan zonder het te beschadigen in de trechter van de wanmolen te kunnen scheppen of om het na het wannen op de grond gevallen graan in zakken te scheppen. Een wanmolen is een molen waarmee graankorrels, kaf en onkruidzaden van elkaar worden gescheiden. De graanschop werd ook gebruikt om het drogende graan op de graanzolders van mouterijen regelmatig om te keren en voor het verplaatsen van andere lichte landbouwgewassen en aardappelen.
