Betreft een metalen bietenopschepvork met ijzeren tanden met doppen, een houten steel met een handvat. De bietenvork (Fries: bitegripe) bestaat uit een vijftandige vork, waarvan de tanden rond zijn. De twee buitenste tanden of veren zijn recht terwijl de drie andere gebogen zijn. Hierdoor ontstaat in het midden van de vork een verdiept gedeelte, een opschep gedeelte. Zoals bij veel bietenvorken zijn de twee buitenste rechte tanden apart aangesmeed. Het steelhuis en drie tanden zijn uit een stuk ijzer gesmeed. De tanden van de vork zijn 35 centimeter lang. Centraal aan de bovenzijde van de vork bevindt zich een kort plat verbindingsstuk waaraan het samengevouwen gesloten steelhuis is gesmeed. Dit steelhuis heeft een lange tong terwijl twee openingen ter bevestiging van een steel zijn aangebracht.
Een bietenopschepvork wordt gebruikt om gekopte bieten op bijvoorbeeld een wagen te laden. Om te voorkomen dat de bieten aan de vork worden vastgeprikt zijn de tanden van de vork voorzien van een verdikking, dop of knop.
