Betreft een ronde metalen melkbus of melktransportkan met een naar boven toe smaller wordende kraag met daarboven de hals. De inhoud van de bus is 30 liter. Onderaan bevindt zich een standring (onderband) met gaten en aan de bovenband zijn twee ovale handvatten aangebracht. Het deksel is plat en het handvat is licht opgebogen. Op de bovenband staat de tekst: CZ FRESIA 1971. Het busnummer 525 staat in rode cijfers op de kraag en op het deksel. Op de bovenband is een merkteken aangebracht, bestaande uit een ingegraveerd olifantje en de tekst: JUMBO HOLLAND.
Melkbussen of melktransportkannen zijn er in meerdere modellen. Er is een standaarmodel met een inhoud van 20, 25, 30, 40 of 50 liter en het flesmodel met een inhoud van 30 of 40 liter. De bussen zijn vervaardigd van koud gewalste staalplaat en daarna vertind. Een bus is samengesteld uit een los deksel met handgreep, een hals, een kraag, een bovenband (lasstrip) met twee handvaten, de cilindrische romp en een onderband (lasstrip). Er zijn verschillende uitvoeringen van deksels: het standaard deksel uit één of twee delen gestampt metaalplaat, het bolle deksel en het paddenstoeldeksel (zonder handvat). De hals of spatvoor kan voorzien zijn van een extra metalen rand, de zogenaamde halsband, om het ledigen van de bus bij de zuivelfabriek te vergemakkelijken. Bij het flesmodel is de typische kraag afwezig waardoor dit type melkbus sneller te ledigen en gemakkelijker te reinigen is. Sinds 1952 worden er ook lichtmetalen melkbussen gemaakt. Deze zijn geheel naadloos en uit één stuk vervaardigd. Het metaal bestaat uit een legering van aluminium, magnesium en silicium.
In de bovenband van de melkbus is vaak de naam (of afkorting) van de zuivelfabriek waaraan de melk geleverd wordt geperst en/of het handelsmerk van de fabrikant en zijn naam en/of nummer en/of jaartal. Op de kraag van de melkbus is vaak het busnummer van de boer met behulp van een koperen plaatje gesoldeerd of er op geverfd. Daarnaast kan de kraag voorzien zijn van een geverfd merkteken om aan te geven dat de betreffende bussen de avondmelk van de vorige dag bevat. Dit was in de winter van belang wanneer de melk éénmaal daags werd opgehaald door de fabriek opdat men een melkmonster voor het kwaliteitsonderzoek alleen uit een bus zonder dit merkenteken nam.
De hals van de melkbus kan soms zijn voorzien van verflaag die per boer een andere kleur heeft. Deze markering is ingevoerd toen de melkontvangst bij de fabriek het handmatig legen van de bussen vervangen werd het door half-automatisch legen met behulp van een transportband. Door de snellere aanvoer van de bussen was het busnummer door de ontvanger niet meer zo vlug af te lezen en kwam deze extra kleurherkenning er bij. Bij het geheel automatisch legen van de bussen werd per boer als herkenning één bus voorzien van een extra metalen platte ring op de hals, de zogenaamde ‘ringbus’. Van de betreffende boer werd bij de melkontvangst deze ringbus als eerste op de lopende band gezet zodat er mechanisch overgeschakeld werd naar een andere stortbak om de melk te wegen en te bemonsteren.
Melkbussen of melktransportkannen (Fries: molkbus) werden gebruikt om melk vanaf de boerderij naar de zuivelfabriek te vervoeren en tevens om wei, ondermelk, karnemelk of leidingwater mee terug te brengen naar de boerderij.