Betreft een vierwielige zaaimachine of rijenzaaimachine voor paardentractie. De zaaimachine heeft voor twee kleine bestuurbare wielen en achter twee grote wielen voor de aandrijving. De spoorbreedte voor en achter is gelijk. Op de achterste wielen rust het zaaimechanisme dat men met een hefboom kan laten zakken, net als de acht trechtervormige kouters. Aan het rechter achterwiel is een tandwielstelsel aangebracht om het zaaimechanisme aan te drijven.
Een zaaimachine werd gebruikt om zaad gelijkmatig in de grond te brengen, op gelijke diepte en op een constante afstand tussen de rijen. Door aan de kouters één of meer gewichten te hangen kan de zaaidiepte gewijzigd worden. Bij deze zaaimachine horen 30 gewichten.
