Betreft een hooiroede met een metalen blad en een houten steel. Het blad is driekantig waarbij de ene helft vlak is en de andere helft V-vormig. Het blad is speervormig en relatief lang. Ter bevestiging van de houten stok aan het metalen blad is een schacht gesmeed waarin de stok wordt geklemd met behulp van twee klinknagels.
Men gebruikte hooiroedes om in het opgeslagen hooi in de hooiberg of in het hooivak (Fries: golle) in de schuur de temperatuur te kunnen inschatten en vast te stellen of er sprake was van hooibroei. Vervolgens kon worden ingeschat of er maatregelen moesten worden getroffen, denk hierbij aan het dollen van het hooi. De hooiroede werd tot ongeveer het midden in het hooi gestoken en na enige minuten er weer uitgetrokken. De kleur van het plukje hooi dat meekwam gaf aan of er sprake was van hooibroei. Ook kon men met de hand de temperatuur van de metalen roede controleren. Bij latere hooiroedes werd aan het uiteinde een thermometer aangebracht.