Betreft een halfautomatische aardappelpootmachine met paardentractie voor een paard. De machine heeft een houten voorraadbak en een vertikaal pootrad. Aan de voorzijde bevindt zich een firma-sticker: NATIONAL FIRME CROMMELINCK ET LIETAR. Centraal is een pootrad bevestigd dat op de velg bezet is met bakjes met deksel. Dit rad draait tegengesteld aan de rijrichting. Zodra de bakjes naar beneden draaien wordt het deksel automatisch gesloten en deze opent zich weer als het bakje op de kop hangt. Het pootrad draait rond door overbrenging met een tandwiel op een as naar een ketting bij het andere achterwiel. Vlak voor de plek waar de aardappel op de grond valt bevindt zich een vorentrekker en er achter bevinden zich aanaarders, die onderling verstelbaar zijn. De houten voorraadbak is rechthoekig en helt achterover. Aan de achterkant is de bak, vanwege de aanwezigheid van het pootrad, verlengd met twee smalle delen aan weerskanten van het pootrad. Het ijzeren onderstel heeft vier spaakwielen; de twee voorste zijn via een ijzeren stuurstang te besturen terwijl het rechterwiel van achterste dient voor de aandrijving van het pootrad. Doormiddel van een hefboom aan de achterkant van de machine kan de machine in en uit het werk worden gezet.
De machine werd gebruikt voor het poten van aardappelen en moest door twee personen worden bediend, één voor het vullen van de bakjes op het pootrad (inlegger) en de andere voor het mennen van het paard en het besturen van de machine. Er wordt per rit één rij aardappelen gepoot.