Betreft een metalen tuinhark met een dunne rechte houten steel. De hark heeft 14 tanden die licht naar binnen gebogen zijn en uitlopen in een scherpe punt. De tandrug is met de steel verbonden door middel van een rechte platte gesmede staaf en daaraan gesmeed twee gebogen ronde staven. De twee gebogen staven zijn aan de beide uiteinden van de rug gesmeed en de platte staaf is met een omgebogen lip midden aan de rug bevestigd. Twee ijzerdraadjes en twee slotbouten bevestigen de middenstaaf aan de steel.
Een tuinhark (Fries: túnklau) wordt in de moestuin of in de bloementuin gebruikt om te harken.