Betreft een metalen bietenrooitang (Fries: bitetange) met twee ronde houten handvatten. De tang bestaat uit twee metalen ronde ijzeren stangen, de armen, die scharnierend een bek vormen met halfronde dwarsgelaste haken. In gesloten toestand raken de haken elkaar niet. De bek kan niet volledig dicht door een aan de binnenkant van een arm gelast plat dwarsijzer dat bij het sluiten van de tang tegen de andere arm aanstoot.
Een bietenrooitang wordt gebruikt om reeds met de kopschoffel gekopte bieten in staande werkhouding uit de grond te halen. Met de handvatten wordt de tang om de biet geklemd. Door een draaiende beweging met de tang te maken komt de biet los in de grond te staan, waardoor deze omhoog kan worden getrokken en op een zwad kan worden gelegd. De tang gebruikte men ook onder ongunstige werkomstandigheden, bijvoorbeeld als het land erg nat was. Werken op de knieën met een spade of vork was dan moeilijk. De eerste bietenrooitang werd in 1954 gemaakt.