Een zilveren oorhanger in sjaalmodel, waarschijnlijk van een set. Aan de achterzijde bevindt zich een staafje met een haakje. Het geheel is uitgevoerd in filigraan techniek, een techniek waarbij dun draad in krullen en spiraaltjes is gebogen, soms twee of meer in elkaar gedraaid. Zilverdraad dat in filigraan wordt toegepast is vrijwel altijd getorst. Vanaf de zeventiende eeuw zijn onder andere klederdrachtknopen - Zeeuwse knopen en broches -, knottekistjes, en theedozen van filigraan gemaakt. Het werd tevens gebruikt als versiering op lodderein- en pillendoosjes en boeksloten.