Materiaal:
Het wiel is waarschijnlijk voor de stevigheid van verschillende houtsoorten gemaakt. Hoewel er geen houtsoortanalyse op het wiel is uitgevoerd, kan aan de hand van een onderzoek op een vergelijkbaar wiel uit Amersfoort gesteld worden dat dit waarschijnlijk elzenhout, eikenhout en beukenhout betreft. Els voor de naaf, omdat dit hout bewerkbaar is voor dit gecompliceerde onderdeel. Eiken voor de spaken, vanwege de stevigheid, en beuken voor de velg vanwege de stootvastheid. (Hänninen, Snieder en Beyen, Nering en Vermaak, 1999, p134-135)
Datering:
Op basis van de in de put aangetroffen imitatie-Pingsdorf tuitpot als enig aardewerk kan het wiel gedateerd worden op de dertiende eeuw. Deze datering komt overeen met overige vondsten op het terrein. Derhalve is dit wiel een van de oudere die in Nederland zijn gevonden.
Omschrijving:
Op het terrein van de dorpsuitbreiding aan de oostzijde van Hurdegaryp is op 1 juni 1999 een put ontdekt door de heer G. Leistra. De put was nog circa een meter diep, op de bodem bevond zich het wagenwiel wat na versleten te zijn in de put is gegooid. Het Hurdegarypster wiel is uniek, daar de spaken in de as zijn verankerd met een spie. Het wiel is geconserveerd bij Archeoplan in Delft. De heer H. van Schie heeft een restauratieplan gemaakt en uitgevoerd. (K.R. Henstra, Horizon 2, 1999).